Pieter Geenen in Museum van Elsene

pieter van bogaert

pieter@amarona.be

Voorbij de onschuld

Pieter Geenen in Museum van Elsene

voor <H>art, 2012



Het werk van Pieter Geenen, dat gaat voorbij de onschuld. De onschuld? Dat is het moment voor je besmet raakt. Het moment voor het besef van goed en kwaad. Het moment waarop er nog geen grenzen zijn, geen andere kant. Wat telt ben je zelf. Het zijn die grenzen die Pieter Geenen centraal zet in zijn tentoonstelling. De grens tussen hier en ginder, tussen migranten en toeristen, tussen de dag en de nacht. Tussen het beeld en de realiteit.

Het begint nochtans heel onschuldig. Als een herinnering aan een uitstap. Een projector op de vloer toont een video als een postkaart. Het formaat is niet groter dan een tv-scherm. Je moet op de knieën om het goed te kunnen zien. En dan nog is het onmogelijk de details te scheiden van het geheel. Het geheel? Dat is een landschap in Spanje. De details? Dat zijn auto’s met toeristen. Het doel? Dat is de zee aan de andere kant van de heuvels. En het resultaat? Toeristen als pixels, anonieme bewegingen, een generisch beeld.
Het toerisme zet de toon. De kunstenaar omringt zijn beelden met parafernalia van zijn reizen. Echte postkaarten, een ticket voor de boot, een visum en een lamp die nog enkel kan dienen als souvenir.
Die lamp, dat is – zoals de toeristen in de postkaartvideo – een pixel. Ze was ooit deel van de Turkse vlag op een heuvelrug aan de andere kant van de Grieks Cypriotische grens. Elke avond laten de Turken de lichtjes van de vlag flikkeren in de Griekse nacht. Die lamp als pixel, die vlag als signaal, zijn deel van een constructie. De constructie van een beeld, van een realiteit. In een andere vitrine liggen meer souvenirs: Armeense kinderboeken, deel van de constructie van een identiteit. De letters en de beelden ogen exotisch, maar de teksten indoctrineren en leiden voorbij de onschuld.

Spiegel
Pieter Geenen plaatst zijn tentoonstelling in één doorlopende ruimte. Ergens halfweg installeert hij een halve muur, een grens die de ruimte in tweeën deelt. Aan de ene kant van de muur: de souvenirs, als een soort antichambre voor het echte werk. Aan de andere kant: een scherm waarop hij doorlopend drie video’s projecteert. In elk van die video’s staat de grens centraal. Die tussen Turks en Grieks Cyprus in ‘pulsation’ (2011), die tussen Turkije en Armenië in ‘relocation’ (2011) en die van Fort Europa in ‘nocturne’ (2006).
De thematiek van de grens doen deze video’s naadloos in elkaar overlopen. Alle aandacht in deze video’s gaat naar de andere kant. Denk aan de spiegel in Alice’s Wonderland. Het is zo een spiegeleffect dat de grenzen tussen de verschillende video’s doortrekt. Deze documentaire beelden ogen als een fictie, als een constructie, als een projectie.
Terecht, hoor ik deze kunstenaar al zeggen. Bestaat er een andere manier van documentaire maken? Het is alsof hij met elk werk, met elk beeld in elke video, de media een spiegel wil voorhouden. Dat is zijn vorm van mediakritiek. Hij toont wat de media buiten beeld houden – wat niet past in hun logica. In Lampedusa is dat het beeld van Europa als mirage: de kust, het zand, de zee, de stad, het vuurwerk, het vliegveld, de vrijheid van “La più bella isola del mondo”, maar allemaal gefilmd bij nacht. Dat is het moment waarop de meeste vluchtelingen het eiland bereiken en hun eerste beeld van het beloofde continent.

Omkeren
Deze video’s werken met omkeringen. Niet de toeristische blik op zonovergoten Lampedusa, maar wel de nacht. Niet de Griekse identiteit op dat deel van Cyprus, maar wel die immense Turkse vlag. Niet de twee pieken van de berg Ararat, zoals men ze normaal kan zien langs de Armeense zijde, maar wel gespiegeld: zo lijkt de Armeense kant uiteindelijk toch nog langs de Turkse te liggen.
“Objects in mirror are further than they appear”, staat er aan het begin van ‘relocation’. Dat is een omkering: niet “closer”, maar “further”. Door het beeld van de berg te spiegelen, door de Armeniërs aan de ene kant de indruk te geven dat ze al aan de andere kant staan, lijkt het doel alleen maar verder weg. Of hoe dichter je komt als toerist, als vluchteling, als migrant, hoe verder weg het geluk. Zo is het medialandschap van Pieter Geenen: hoe dichter je bij deze beelden komt, hoe moeilijker ze zich laten vatten.
Door deze drie films na elkaar te projecteren op één scherm, liggen al die landschappen, al die beelden, op één lijn. De lichten van Lampedusa lopen over in de lichten van de Turks Cypriotische vlag die overlopen in de lichten van de grenspost aan de voet van de berg Ararat. Het zijn bakens die verdwijnen als het weer dag wordt. In de schemerzone tussen dag en nacht lijkt Ararat voor even op de heuvel aan de grens in Cyprus, het landschap lijkt even te bewegen als de zee in het begin van ‘nocturne’. Het is deel van de verplaatsing, de ‘relocation’, waarmee hij Afrika naar Europa brengt (door de duisternis), Turkije naar Griekenland (door het geluid, opgenomen in de vlag aan de Turkse kant, af te spelen bij het beeld aan de Griekse kant), en uiteindelijk ook Armenië naar Turkije (door te spiegelen).

nocturne (bis)
Zijn nieuwste werk, ‘nocturne #2’, toont Pieter Geenen nu in Brugge en binnenkort ook op Manifesta. ‘nocturne #2’ werd gefilmd in de nachtelijke straten van Teheran. De stad is verlaten, met hier en daar sporen van beweging: mensen als pixels. Net als in ‘nocturne’ kiest Geenen voor een specifiek dispositief. Op Lampedusa was dat de infrarood camera, ook gebruikt om de nachtelijke grenzen te bewaken. In Teheran filmt hij met de gsm: het is het voorjaar van 2011 en de gsm is een van de belangrijkste beeldenleveranciers van de Arabische lente.
Maar er is een verschil. In tegenstelling tot de bewogen beelden van de Arabische lente, zet Geenen zijn gsm op een statief. Daar zit de betekenis van de “New perspectives of Protest”, aan het begin van deze video. Zo verplaatst deze kunstenaar de hoop van de Arabische lente naar het onbewogen potentieel van de Iraanse nacht. Het statief, de lege ruimte, de mensen als pixels en uiteindelijk ook de pixel zelf, die van de gsm, zijn allemaal deel van dat potentieel.
Net als in ‘nocturne’ kiest Geenen hier voor een film zonder geluid en zonder commentaar. En net als in die video draait alles hier rond de aantrekkingskracht van de nacht als potentieel en als spiegel van de dag, van het beeld als spiegel en als potentieel van de werkelijkheid. Daar zit de mediakritiek van deze kunstenaar: in de leegte die hij laat tussen de beelden, in het niemandsland dat hij creëert als een noodzakelijke grens, een buffer, tussen de media en het zelf. Dat niemandsland, dat potentieel, is er voor de kijker. Het plaatst deze video’s voorbij de onschuld.

Pieter Geenen. Tot 20 mei in Museum van Elsene, Jean Van Volsemstraat 71, Brussel. Di-zo, 9u30-17u.
‘nocturne #2’ is deel van F.E.A.K.. tot 27 mei in De Bond, Buiten Smedenvest 1, Brugge. Wo-ma, 13-18u.
www.silenceisgolden.be