Chit-chat Foighel Brutmann & Efrat nl

pieter van bogaert

pieter@amarona.be

Sporen die je niet ziet

Sirah Foighel Brutmann & Eitan Efrat in Argos

in <H>art, 2014

(continue in English)

Drie jaar geleden maken de Brusselse kunstenaars Sirah Foighel Brutmann en Eitan Efrat (beide °1983, Tel Aviv) een kleine film, boordevol potentieel: ‘Printed Matter’. Vandaag brengt Argos het eerste overzicht van hun prille oeuvre: ‘Square’. Alle thema’s uit hun eerste film worden verder uitgediept in de drie werken die erop volgen: geschiedenis, ruimte, media, politiek en de plaats van de kijker in dat alles.

Die geschiedenis is op één of andere manier altijd verbonden met Israël, het land waar ze opgroeien. De ruimte, dat zijn de verschillende plaatsen waar ze wonen, werken, kijken: in Tel Aviv of Brussel, publiek of privaat, in kunst of media. De media, dat gaat over de manier waarop de dingen tot bij hen komen en de middelen waarmee zij ze verwerken. De politiek, dat heeft te maken met de inzet, het gebruik van de beelden. En de kijker, dat begint bij de persoon die de beelden maakt en eindigt bij jezelf, in deze tentoonstelling.
In ‘Printed Matter’ (2011) is die eerste kijker de Israëlische fotograaf André Brutmann. In de film bladert zijn dochter, de helft van dit kunstenaarsduo, met haar moeder, collega en partner van de fotograaf, door zijn negatieven en contactafdrukken. Geen losse, uitvergrote foto’s hier. Dat is belangrijk. Voor elke nieuwe opdracht – foto’s voor de krant van Arafat, Rabin, de Intifada, een modeshow of andere actualiteiten van zijn tijd – gebruikt hij een nieuw filmrolletje dat hij daarna, eer hij het gaat ontwikkelen, verder vult met foto’s van zijn familie. De fotoreeks start in 1983, bij de geboorte van zijn dochter. Ze loopt door tot 2002, bij de dood van de fotograaf en het eind van een tijdperk. Door de komst van de digitale fotografie is het niet langer nodig de filmrolletjes te vullen voor de ontwikkeling. Vanaf nu staat elke foto op zich. Wat niet bruikbaar is verdwijnt in de digitale prullenmand.
Zo lopen historische gebeurtenissen van de publieke ruimte door in de private. Langs het commentaar van de moeder krijgen de beelden uit het persoonlijke geheugen even veel belang als die uit het collectieve geheugen. Het lijkt op een trivialiseren van de geschiedenis, maar het is een verpersoonlijking ervan via betrokken kijkers.
‘Journal’ (2013) vertrekt opnieuw van foto’s van André Brutmann. Deze reeks toont prominente buitenlandse gasten in Yad Vashem, het Holocaust Memorial Museum in Jeruzalem, telkens voor een grote print van een foto van de bevrijding van het concentratiekamp Buchenwald. Elke foto maakt de geschiedenis van de Duitse kampen opnieuw deel van de Israëlische actualiteit.
De tentoonstelling brengt ook twee nieuwe werken. ‘Zeigt’ (2014) toont vier afdrukken van publiciteitsdia’s uit Duitse naoorlogse bioscopen. De dia’s komen van de grootmoeder van Sirah en dienden voor het aanprijzen van hun regenmantelwinkel op hetzelfde scherm waar actualiteit en fictiefilms elkaar afwisselden. In ‘Orientation’ (2014) gaat de historische context terug naar de Nakhba: de catastrofe, of het verdwijnen van de Palestijnse dorpen en hun bewoners die plaats moeten maken voor de Israëlische staat in 1948.

Eitan Efrat
: Als deze tentoonstelling voor ons iets duidelijk maakt, dan zijn het die steeds terugkerende sprongen in de tijd. Het gaat telkens om het verschil tussen de geschiedenis zoals we die leerden op school en het moment van onze eigen herinnering. Dat is onmiddellijk duidelijk in ‘Printed Matter’ dat teruggaat naar de vroege jaren tachtig, naar de tijd van onze geboorte. Al die evenementen in die foto’s hebben we zelf meegemaakt.
Sirah Foighel Brutmann: Een gelijkaardige beweging zit in ‘Orientation’. Dat gaat terug naar het moment waarop Israël een land wordt na WOII, via een gebeurtenis in de late jaren tachtig: het bouwen van een architecturale sculptuur. ‘Journal’ gaat terug naar de bevrijding van de concentratiekampen via de herinnering aan die gebeurtenis in de jaren tachtig en negentig. Dat is iets dat we pas laat opmerkten, toen we de werken voor deze tentoonstelling samenbrachten. Het gaat telkens over het moment waarop wij actieve herinneraars worden en niet slechts herinneren doorheen een collectief geheugen.

Het belang van de geschiedenis die voorafgaat aan jullie geboorte wordt wel steeds explicieter in de recentste werken. Het gaat ruimer dan enkel de daad van de herinnering. De titel van jullie laatste werk, ‘Orientation’, zegt veel. Het verwijst naar het verlies aan oriëntatie als je te dicht bij de dingen komt. Maar het verwijst ook naar de oriëntaliserende blik van de westerse kijker en de manier waarop die oriëntaalse elementen worden overgenomen door een oriëntaliserend …
Efrat: … regime.

Ik wou eigenlijk zeggen ‘architect’ of ‘kunstenaar’, door de manier waarop hij die oriëntaalse vormen als koepel, piramide, toren overneemt in zijn werk. Maar ja: je kan het ruimer inbedden in een regime. Dat van de staat Israël. Dat idee van ruimte loopt als een rode draad doorheen jullie werk. De private en de publieke ruimte in ‘Printed Matter’, de tentoonstellingsruimte in ‘Journal’, de architectuur in ‘Orientation’ en de naoorlogse Duitse bioscoop in ‘Zeigt’.
Foighel Brutmann: In ‘Zeigt’ is het misschien wat moeilijker om in die ruimte te stappen. Ons gaat het erom die cinema te verbeelden als een sociale ruimte die mee vorm geeft aan het naoorlogs collectief geheugen.
Efrat: Het is misschien moeilijker om de ruimtelijke dimensie van dit werk te vatten, omdat we in andere werken altijd met geluid werken. Wat duidelijker wordt in ‘Zeigt’ is het proces: de manier waarop we het beeld bewerken. Hier gaat het over de ruimte om met het materiaal te werken.

Esthetiek
Om de klemtoon te verschuiven van hun onderwerp naar de context – of liever: om van de context, wat je moeilijk kan tonen, het onderwerp te maken – gebruiken Foighel Brutmann en Efrat verschillende technieken. Die bepalen telkens de esthetiek van het werk. Voor ‘Journal’ ensceneren ze hun eigen fictieve tentoonstelling bij Wiels om er de video op te nemen. Daar bepaalt de ruimte – het museum – de beweging van de kijker en stuurt langs daar ook de interpretatie van de beelden. Wat in deze video gepresenteerd wordt als kunst, was eerder deel van een actualiteit die geschiedenis wil schrijven. Door simultaan vijf verschillende opnames van steeds dezelfde beweging te tonen op vijf achter elkaar opgestelde schermen, benadrukken de kunstenaars het voorgeprogrammeerde in die beweging. De achtergrond van Sirah, die naar Brussel kwam om bij PARTS haar dansopleiding te voltooien, is daar niet vreemd aan.
Foighel Brutmann: Het gaat over het performante in het kijken en in het registreren. Al onze films en video’s zijn in één beweging gemaakt, zonder montage. In elk werk zit een verschillende logica. In ‘Printed Matter’ vertrekken we van de lengte van een 16mm rol. In ‘Journal’ gaat het over de creatie van een zeer strikt gestuurde kijkervaring. In ‘Orientation’ gaat het over het volgen van de ervaring van een ruimte. Al deze werken draaien rond het idee van de tijd die de dingen vragen. Dat is belangrijk voor ons: de tijd die iets nodig heeft.

Jullie vertrekken daarbij van een zekere attractie in de beelden die je meteen ook wil overstijgen. Dat wordt zeer duidelijk in ‘Orientation’. Hier heet die attractie: schoonheid. De paradoxale beweging die jullie maken om voorbij die schoonheid te raken, is inzoomen op de materie: het beton van het bouwwerk. In één vloeiende beweging, dicht op de contouren van de sculptuur, zoekt de camera naar sporen van gebruikers.
Efrat: De uitdaging in ‘Orientation’ was om een zeer mooi kunstwerk anders in beeld te brengen. Je vindt zoveel foto’s van het werk online, van amateurs en van beroepsfotografen, maar het is altijd zeer mooi. We willen ons deze sculptuur eigen maken. Vandaar de aandacht voor de materie, eerder dan voor de sculptuur. We zoeken naar menselijke sporen op de sculptuur.
Door het sterk zonlicht bij het filmen konden we moeilijk volgen op het kleine videoscherm van onze camera. Toen we thuis de opnames bekeken, leek het wel film. Die materialiteit van het beeld fascineert ons. Daar krijgen we de indruk dat we erin slagen het gevoel van de sculptuur vast te leggen. Dat we van de sculptuur kunnen vatten wat we zelf willen.

Het resultaat lijkt inderdaad sterk op de scratchfilms van een kunstenaar als Stan Brakhage. Nog zo een paradox: ‘Orientation’ is helemaal op video gedraaid, terwijl Brakhage op een bijna religieuze manier de materie van de filmstrook naar het voorplan haalt. Wat jullie delen is dezelfde aandacht voor de materie. Dezelfde aandacht voor de sporen.
Foighel Brutmann: Al die sporen zijn er toevallig gekomen, door de gebruikers. Dani Karavan, de kunstenaar van de sculptuur, had nooit de intentie er een speelplein van te maken. Maar dat is het uiteindelijk wel geworden. Dat bepaalt mee de materie van zijn creatie. Waar kinderen glijden, is het beton zeer glad. Skateboards laten duidelijke lijnen achter. In die sporen kan je het gebruik van de plaats aflezen. Het is langs daar dat we verder terug willen kijken naar wat er vroeger eigenlijk op die plaats was. Wat zijn de sporen die je niet ziet? Dat gaat voorbij de eigenlijke sculptuur.
Daarom tonen we naast de video in de installatie ook een totaalbeeld van het werk zelf en beelden van verdwenen Palestijnse huizen uit de omgeving. We willen de sculptuur niet verbergen, maar wel iets dat erin vervat zit beklemtonen. We toonden onze opnames ook aan Karavan. Hij was zeer benieuwd naar wat we deden en vond het eigenlijk wel … mooi.
Efrat: Schoonheid is geen negatieve eigenschap. Het is niet dat we iets anders gaan doen omdat het mooi is. Het gaat om een urgentie achter het beeld. Het gaat erom dat we doen met de beelden wat wij vinden dat ermee gedaan moet worden. Dan is de aan- of afwezigheid van schoonheid niet meer zo belangrijk.

Sirah Foighel Brutmann & Eitan Efrat. ‘Square’. Tot 26 oktober bij Argos, Werfstraat 13, Brussel. Wo-zo, 11-18u. www.tilfar.com