Elias Heuninck – Lyrische data

pieter van bogaert

pieter@amarona.be

Mal du siècle

Blijven Kijken / Ce qui nous regarde / Dropouts (3)

voor <H>art, 2012

Wat voorafging: ‘Blijven Kijken / Ce qui nous regarde / Dropouts’ wordt een tentoonstelling over de materie van de media. Het redt de beelden waar we eerst geen acht op slaan, maar die uiteindelijk toch zeer bijzonder blijken. Hoe dat werkt, wordt duidelijk bij het afstudeerwerk van Elias Heuninck.

‘Lyrische Data’, de video van Elias Heuninck, is een oefening in blijven kijken. Hij zoekt naar het beeld achter het beeld, naar de vergankelijke materie van het beeld. Hij maakt een film die terugkijkt: naar beelden van honderd jaar, twintig jaar, een paar dagen geleden. Hij werkt met drop-outs: beelden die altijd al op weg zijn naar het einde, maar altijd weer opgepikt worden door het nieuwe.
Het gaat als volgt. In 2010 studeert Elias Heuninck nog aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten (KASK) in Gent, als een docent hem een film tipt uit 1991: ‘Lyrisch Nitraat’ van Peter Delpeut. Het duurt even, maar wat later – kind van zijn tijd – downloadt hij de film van het internet. Jammer genoeg stopt de download ergens halfweg. Het bestand is onbruikbaar en hij sleept het naar de prullenbak. Het verdwijnt bijna op hetzelfde moment dat het verschijnt.
Het duurt even – dit is een werk van aarzeling – maar wat later besluit hij het bestand toch weer uit zijn digitale afvalbak te halen. Er groeit een merkwaardige parallel tussen die corrupte data en het verhaal achter ‘Lyrisch Nitraat’. Voor zijn film werkt Peter Delpeut met fragmenten uit de legendarische collectie Jean Desmet in het Amsterdamse Filmmuseum. Het bijzondere aan die collectie is dat het gaat om nitraatfilms uit het begin van de twintigste eeuw. Die nitraatfilms waren niet alleen erg brandbaar – menige projectiecabine ging in die tijd in vlammen op – maar ook slecht houdbaar. Bovendien was er geen cultuur om dat werk te bewaren. Jean Desmet, een in Brussel geboren ondernemer, had die cultuur wel. Het is deel van zijn commerciële reflex. Dat maakt de beelden uit die collectie zo uniek, zo waardevol, zo magisch. Het is de verdienste van Peter Delpeut dat hij die half vergane beelden toch gebruikt voor een nieuwe film. Hij redt ze uit de prullenbak.

Pathos
‘Lyrisch Nitraat’, de film van Peter Delpeut, komt er net voor het eeuwfeest van de cinema, als een ode aan het begin. De beelden – dikwijls met de hand ingekleurd, rechtstreeks op de pellicule – tonen een vergane schoonheid. Het zijn pathetische beelden, vol grote gevoelens van leven en dood, liefde en verlies, zoals die alleen in de tijd van de stille film gemaakt werden. Het is een nostalgische film, door het vergane materiaal. Maar het is vooral een melancholische film, door de bewerkingen in beeld en geluid. Delpeut accentueert de pathos door beelden te vertragen en versterkt het verval met een klankband van gekraste grammofoonplaten.
‘Lyrische Data’, de film die Elias Heuninck twintig jaar later maakt met zijn weer opgeviste download, gaat voorbij aan de nostalgie, maar behoudt de melancholie. We zitten aan het andere eind van de eeuwwisseling en volop in het digitale tijdperk. De krassen op de platen verdwijnen in de haperingen van zijn bits en bytes. Het aangetaste beeld van de nitraatfilm degenereert verder in de pixels. En dat allemaal zonder er iets voor te moeten doen.
Of toch? De beeldbewerking is er dan wel gekomen tijdens het downloaden en niet aangebracht door de kunstenaar, maar er zit wel veel werk in de keuzes die hij maakt. De eerste keuze is om zijn ongezond bestand weer uit de prullenbak te halen. De tweede om er een film uit te monteren. Beeld en geluid worden niet bewerkt, maar door te schuiven met beelden en geluiden veranderen ze wel van sfeer. De rest lijkt vanzelf te komen. Een vrouw knielt bij een graf en laat haar gepixelde zelf achter. Een man ziet zijn vrouw oplossen als pixels in een beeld. De pixels van dit beeld zijn als de ether voor een achttiende-eeuws medium. Het is de materie waarin dingen verschijnen en verdwijnen. Het enige wat je moet doen, is de wil opbrengen de dingen te zien. Te kijken en te blijven kijken tot de pathos weer verrijst uit dit digitale afval.

Generaties
Tegen het eind van de vorige eeuw, niet zo lang nadat Peter Delpeut ‘Lyrisch Nitraat’ maakte, was er een korte periode waarin muzikanten actief zochten naar digitale haperingen – glitches – om te gebruiken in hun muziek. Ze gaven zichzelf abstracte namen als Oval of Microstoria en brachten hun werk uit op Duitse labels met Franse namen als Mille Plateaux. De muzikanten zochten bewust naar geluiden die specifiek zijn voor hun computer – de storingen die hun medium hoorbaar maken – en gebruikten ze voor de melancholische soundtrack van hun fin-de-siècle. Tien jaar later maakt Elias Heuninck – niet belemmerd door enige voorkennis van de digitale muziek uit de vorige eeuw – dit werk waarin diezelfde glitchesthetiek vanzelf komt. Noem het de echte glitch, de niet geconstrueerde: de authentieke glitch.
Dit werk gaat over generaties: van een esthetiek, van beelden, van technologieën en van scholen. ‘Lyrische Data’ is net als ‘Lyrisch Nitraat’ een film die terugkijkt. Het is een film die kijkt naar een medium, naar zijn geschiedenis en zijn karakter, en die in die geschiedenis en in dat karakter zijn schoonheid ontdekt. Schoonheid in de lelijkheid, generatie in het verval. Daar zit het gevoel van het ‘mal du siècle’ dat doorloopt in deze werken: van het begin van de vorige eeuw (1905: Desmet) gaat het naar het einde (1991: Delpeut) en het begin van de volgende eeuw (2010: Heuninck).
De grote gevoelens in deze kleine beelden blijven komen en gaan. Dit is een film over de materie van de media: van nitraatfilm over veiligheidsfilm naar digitale film, van pathos over nostalgie naar melancholie. Het zijn gevoelige beelden, niet opgewassen tegen de tand des tijds. Het vertaalt zich in Heunincks tactiele installatie: dat gestripte scherm in die houten plank op die oude schraagjes. Het vertaalt zich in het fragiele bestand dat er elke keer anders dreigt uit te zien. Onmogelijk er een dvd van te branden: hij kan het enkel afspelen van zijn eigen computer. Dat ambachtelijke bezorgt dit werk zijn aura. Dit uit de prullenmand opgeviste werk is even artisanaal als die met de hand ingeschilderde nitraatfilms en de zorgvuldige restauratie ervan.
Fast forward naar 2013. Op de tentoonstelling in M bewegen op de lange muur achter dit kleine scherm twee pixels van en naar elkaar. Ook dat is een generatief werk, gestuurd door de software in de computer. Dat eindeloze proces, en niet alleen de grote gevoelens van de pixels op het gigantische scherm, bezorgt het zijn epische dimensies – het is deel van de pathos. De titel van dat werk, ‘Pixelspleen’, verwijst naar dezelfde melancholie, hetzelfde ‘mal du siècle’. En de makers ervan, Anouk De Clercq en Jerry Galle, zijn allebei docent aan het KASK. Misschien waren zij het wel die Elias Heuninck ooit de weg toonden naar ‘Lyrisch Nitraat’?


‘Lyrische Data’ van Elias Heuninck is te zien in ‘Blijven Kijken / Ce qui nous regarde / Dropouts’. Van 14/2 tot 12/5/2013 in M, Leuven. www.mleuven.be.
Meer over Elias Heuninck staat op www.eliasheuninck.be.
Deze tekst is de derde in een reeks van vier in de aanloop naar ‘Blijven Kijken / Ce qui nous regarde / Dropouts’.