pieter van bogaert
pieter@amarona.be
Iets met boeken
Blijven Kijken / Ce qui nous regarde / Dropouts (4)
in <H>art, 2013
Wat voorafging: ‘Blijven Kijken / Ce qui nous regarde / Dropouts’ wordt een tentoonstelling over de materie van de media. Het gaat over beelden (uiteraard), waar er altijd te veel van zijn (onmogelijk om alles te zien) en altijd te weinig (onmogelijk alles te tonen). Een manier om uit die impasse te raken, voorbij dat gevoel van te veel en te weinig, zoek ik in de verbeelding: in het handelen met beelden. We doen het allemaal vanaf het moment dat we beginnen kijken. En we laten ons daarbij dikwijls leiden door dezelfde instrumenten, zoals: scholen, boeken, archieven. Ook zij zijn deel van de materie van de media.
Dat handelen met beelden was het onderwerp van ‘enSuite’, een onderzoek naar de imaginaire praktijk waarvoor ik sinds 2010 gesprekken voer met kunstenaars uit de beeldende, de media- en de podiumkunsten. Uit die gesprekken groeide een compact archief. Of twee: het ene staat online en verzamelt de neerslag van die gesprekken. Het tweede is fysiek en verzamelt de boeken en de teksten die ter sprake komen in de aanloop naar en tijdens die gesprekken. Een stukje van dat tweede archief is deel van deze tentoonstelling. En ook hier gaat het eigenlijk om twee archieven. Het eerste is het basisarchief dat ontstond in de aanloop naar het allereerste gesprek. Laten we het ABC noemen: het alfabet waar elk leren, elke handeling met boeken en teksten begint. Het tweede is het antwoord daarop van mijn gesprekspartner: Femke Snelting. Zij noemt het haar ACB.
Koken en software
Femke Snelting heeft iets met boeken. Ze maakt ze als grafisch vormgeefster. Ze leest ze als deel van haar kunstenaarspraktijk. Ze gebruikt ze om te koken (in de keuken) en te programmeren (met open source software). Bovendien heeft ze als docent ook uitgesproken ideeën over de zin en de onzin van leerboeken. Al die ervaringen spelen een rol in ons gesprek en in dit archief.
Wat zit er in dat archief? Boeken van domestieke godinnen als Nigella Lawson, Delia Smith, Julia Child of Isabella Beeton. Teksten van feministische auteurs als Jo Freeman of Luce Giard die de structuur (of de structuurloosheid) van de keuken onderuit halen. Beelden ook van vrouwen in de keuken, die elkaar tegenspreken én bevestigen: Catherine Deneuve als keukenprinses in ‘Peau d’Âne’ (1970), Delphine Seyrig die de fee speelt in dezelfde sprookjesfilm en de banaliteit van de keuken belichaamt in Chantal Akerman’s ‘Jeanne Dielman’ (1975), of Martha Rosler die opnieuw structuur probeert te brengen met haar ‘Semiotics of the Kitchen’ (1975).
Veel mannen ook in dit archief. De wetenschappers van de keuken (Ferran Adrià, de pionier van het moleculaire koken) en van de computer (Donald Knuth, de vader van de informatica) kunnen hier niet ontbreken. Net zoals de sympathieke knulligheid van Jamie Oliver (Jeroen Meus was toen nog net niet zo populair) of van Bouvard & Pecuchet: de klerken uit het gelijknamige boek van Gustave Flaubert die alles laten mislukken door het volgens het boekje te doen. En nog een pak Franse filosofen natuurlijk: Deleuze wiens eerste postume werk een acht uur durende tv-reeks is met de veelzeggende titel ‘Abécédaire de Gilles Deleuze’. Of Roland Barthes en Michel Foucault die belangrijke dingen vertellen over de relatie tussen de auteur en de lezer in de tekst. Jacques Rancière is incontournable met zijn boek over Joseph Jacotot, de onwetende meester: slechts één van zijn teksten, maar waarschijnlijk de meest gelezen, over de intellectuele emancipatie. Verschillende van die filosofen ontmoeten elkaar op de cd van crossdresser en transgender activist Terre Thaemlitz waarop ze vertolkt worden door leden van de Brusselse vzw Constant waar ook Femke Snelting deel van uitmaakt: zij speelt er de rol van Michel de Certeau, de partner van Luce Giard.
Zoeken naar zin
U vraagt zich al af wat voor zin het heeft om al deze documenten op te nemen in deze tentoonstelling. Wees gerust: u hoeft ze niet allemaal te lezen. Maar het mag. De tentoonstelling blijft ook overeind zonder die wetenschap. Maar zich erin verdiepen kan zorgen voor onverwachte perspectieven. Deze teksten zijn deel van het discours achter de tentoonstelling. Ze zijn deel van al die intuïtieve handelingen met beelden die ik probeer samen te brengen onder die dubbelzinnige noemer van de “imaginaire praktijk”. Dit is het materiaal, de materie, die diepte geeft aan het werk. Het is de materie die eraan voorafgaat, maar ook de materie die zorgt voor een vervolg. Deze teksten helpen om deze werken blijvend te doen werken, ook na hun presentatie in het museum.
Femke Snelting is overigens niet de enige kunstenares die iets heeft met boeken. In een eerdere aflevering had ik het al over Gorik Lindemans die zich in veel werk laat leiden door het boek. Ik had het over het werk van filosoof en kunsthistoricus Georges Didi-Huberman dat me inspireert om het werk van de kunstenaars in deze tentoonstelling in een ruimer perspectief te plaatsen. Ik had het over Elias Heuninck die werkt met archiefmateriaal. Net zoals Mekhitar Garabedian zich laat leiden door het boek en het archief. Hij toont er eentje (een boekje als archief) in de tentoonstelling. Els Viaene maakte met Duncan Speakman een boekje bij een soundtrack. En Herman Asselberghs maakt – speciaal voor deze tentoonstelling – een boekversie van ‘After Empire’, zijn video uit 2010.
‘After Empire’ is een werk na en naar ‘Empire’, het boek van Michael Hardt en Antonio Negri. Dit werk wil een antwoord bieden op 9/11: het beeld van de angst dat als een schaduw over het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw is blijven hangen. Asselberghs schuift als mogelijk alternatief het beeld van 2/15 naar voor. 2/15 staat voor de menigte – de multitude, in de woorden van Hardt en Negri – die op 15 februari 2003 massaal en wereldwijd de straat optrekt tegen de oorlog in Irak. Die oorlog start enkele dagen later, gewoon zoals gepland, terwijl de multitude opnieuw verdwijnt in de pixels van het collectief geheugen. En toch houdt Asselberghs vast aan dit beeld van de hoop, als zijn beeld van het decennium.
En blijven zoeken
Er is veel gebeurd in de tien jaar tussen het verschijnen van ‘Empire’ en de realisatie van ‘After Empire’. En er is misschien nog meer gebeurd tussen het maken van de video, in 2010, en de publicatie van dit boek, in 2013. In die periode trokken opnieuw miljoenen mensen wereldwijd de straten op. Er was de Arabische lente met de manifestaties op Tahrir Square. Er was Occupy Wall Street dat uitzwermde over de VS en naar de Indignados in Europa. Er waren de gebeurtenissen in Griekenland, Spanje, Portugal. En altijd is er die vraag die nooit expliciet wordt gesteld in ‘After Empire’, maar impliciet blijft doorwerken: wat is de zin van al die betogingen? Een antwoord is er (nog) niet, tenzij dan de hoop die de angst voor erger moet overwinnen.
De ‘Empire’ trilogie van Hardt en Negri kan ons daarbij helpen. Niet enkel om zin te geven aan deze manifestaties van de multitude, maar ook bijvoorbeeld om het potentieel van de beelden van de fotografen van Kanyabayonga te begrijpen in Renzo Martens’ ‘Enjoy Poverty’ en in deze tentoonstelling. Voor de boekversie van ‘After Empire’ kiezen Asselberghs en co-auteur en filosoof Dieter Lesage voor een handig pocket formaat. Dat past in de achterzak van je jeans bij de volgende betoging. Daarvoor dienen ook al die andere boeken in (en achter) deze tentoonstelling: als een compagnon de route, als een gids in de beeldenvloed. Gebruik ze als je ze nodig hebt. Ze helpen om te blijven kijken.
‘Blijven Kijken / Ce qui nous regarde / Dropouts’. Van 14/2 tot 12/5/2013 in M, Leuven. www.mleuven.be
Het gesprek met Femke Snelting staat in het archief van ‘enSuite’: www.squarevzw.be/ensuite.
‘After Empire’, het boek van Herman Asselberghs en Dieter Lesage verschijnt bij AraMER, Gent.
Bij de tentoonstelling verschijnt ook een reader met teksten over alle kunstenaars bij SQUARE, Brussel.
Deze tekst is de vierde en laatste bijdrage in de aanloop naar ‘Blijven Kijken / Ce qui nous regarde / Dropouts’.