Paravel en Castaing-Taylor

pieter van bogaert

pieter@amarona.be

Agenten van de blik

Cosmic Realism van Verena Paravel en Lucien Castaing-Taylor in Eye Filmmuseum Amsterdam

in Glean, 2024

Filmmakers Verena Paravel en Lucien Castaing-Taylor zijn eerst antropologen. Alles draait om de waarneming hier: om het kijken, het luisteren, het voelen. Het gaat om de beperkingen van de waarneming: hun eigen waarneming en die van de en het ander(e). Ze zoeken en kijken. Ze kijken naar het kijken, zoeken naar het zoeken, zoeken naar het kijken, kijken naar het zoeken. Zo worden ze agenten van de blik. Alsof hun missie erin bestaat de blik in nieuwe banen te leiden. Zij regelen het verkeer van de perceptie en stimuleren zo voortdurend nieuwe vormen van waarnemen.

Wat begint bij het kijken gaat verder in het tonen. In Cosmic Realism,hun tentoonstelling in Amsterdam bewegen Paravel en Castaing-Taylor van de filmzaal naar het museum en weer terug. Ze verknippen films in rushes, stills, scènes en maken van een filmprogramma een parcours doorheen een oeuvre. Cosmic Realism: dat gaat over het grote en het kleine, het zichtbare en het onzichtbare, over dichterbij komen en afstand houden, het verwachte en het onverwachte. En wat altijd terugkeert in die tentoonstelling in dat Amsterdamse Filmmuseum dat luistert naar de naam Eye is het oog – een tactiel oog dat kijkt, luistert en voelt.

Het derde oog

Castaing-Taylor en Paravel willen anders kijken, de blik verruimen, zien wat er nog is te zien in wat we al zien. Alsof ze zoeken naar een derde oog, zoals bij de hindoes, de zetel van het kosmisch bewustzijn, wat opwaarts gericht, naar de goden, de alzienden. En toch opent Cosmic Realism vrij klassiek. Sheep Rushes is een reeks korte films op verschillende schermen waarin Lucien Castaing-Taylor over een periode van dertien jaar (tussen 2001 en 2014) kijkt naar de laatste cowboys in de Absaroka Beartooth bergen van Montana. Je ziet: etnografische cinema. Je denkt: afstand houden. Je merkt: geen commentaar. Je zegt: de beelden laten spreken voor zich. Je maakt: je eigen verhaal. Je kent: Bruno Latour, die andere antropoloog (Paravel studeerde bij hem aan de École Nationale Supérieure des Mines in Parijs) die er zijn levenswerk van maakte een stem te geven aan de dingen.

De klare en duidelijke beelden van Sheep Rushes vormen onmiddellijk een groot contrast met de digitale prints op de grote lichtbakken van Spirit Stills (2013) in de volgende ruimte. Waar je in het eerste werk nog de aanwezigheid van de mens voelt in de gefilmde beelden – zowel voor als achter de camera – is het hier het filmapparaat zelf dat kijkt en toont wat onzichtbaar is voor mensenogen. De kunstenaars filmen niet meer zelf, maar laten dat werk over aan het cinematografisch dispositief.

Spirit Stills bestaat uit beelden die verschijnen tijdens de montage van hun film Leviathan (2012) waarvoor Paravel en Castaing-Taylor een vissersboot, haar bemanning en haar netten, haar handen en haar machines uitrusten met tientallen kleine GoPro-camera’s. Het resultaat is een collectie beelden die je zondermeer duizelingwekkend kan noemen voor makers en kijkers (inwisselbare rollen in dit geval). Doordat ze de beelden niet zelf maken, maar enkel registreren is het resultaat van wat tussen de beelden verschijnt dikwijls raadselachtig – fabelachtige zee-creaturen.

Argusogen

Een derde oog is niet genoeg. Ze willen meer. Honderd ogen, zoals die van Argus, de argwanende, die in alle richtingen kijken en waarvan er altijd verschillende open staan. Leviathan is de film waarmee Paravel en Castaing-Taylor in 2012 hun reputatie vestigen als etnografische filmmakers én de reputatie van hun door Castaing-Taylor aan Harvard gestichte Sensory Ethnography Lab. Die verspreide GoPro-camera’s maken er een desoriënterende film van. Dan kijk je als een vogel, dan als een vis, dan als een boot of als een visser. Dat veel gefilmd is bij nacht verhoogt dat gebrek aan houvast. Soms staat het beeld horizontaal, soms verticaal, dan weer diagonaal. Dit is immersieve cinema van de zuiverste soort.

De geest van Moby Dick, de roman van Melville, waart door de film. Paravel en Castaing-Taylor varen met hun camera’s mee met een boot voor de kust van New Bedford, Massachusetts. Daar vertrok ooit de Pequod, de boot van kapitein Ahab die jaagt op de legendarische witte walvis uit de titel van het boek. Gaan waar niemand is geweest.

Het belang van de film in het oeuvre van Paravel en Castaing-Taylor rechtvaardigt zeker de beslissing de film integraal (87 minuten) op groot scherm te tonen in de tentoonstelling. Ook al wordt snel duidelijk dat de echte immersieve ervaring toch voorbehouden is aan de filmzaal met het comfort van de zetel (hier: het ongemak van de bank) en de relatie van de kijker met het beeld (hier: regelmatig gebroken door andere bezoekers en passanten in de ruimte). Maar dat is natuurlijk waar Paravel en Castaing-Taylor op aansturen: een andere kijkervaring in een andere plaats en een andere context. Dan merk je hoe een tentoonstelling op een andere, meer klinische manier doet kijken naar dit werk.

Die klinische blik is het uitgangspunt van De Humani Corporis Fabrica, hun film uit 2022, die ze hier herleiden tot een ruimtelijke installatie verspreid over acht schermen. De titel komt van het boek van Vesalius uit 1543. De beelden komen uit vijf Parijse ziekenhuizen waar Paravel en Castaing-Taylor filmden over een periode van zes jaar. Klinisch dus, letterlijk, in de zin van in de kliniek, maar ook curatorieel, in de zin van de film opentrekken – fileren – op verschillende schermen. Verschillende werelden lopen door elkaar: van de kliniek, de dokters, de verplegers, de patiënten, het lichaam, de inspanning en de ontspanning.

Van Leviathan naar De Humani Corporis Fabrica, van de vissers naar de dokters, van de wreedheid naar de zorg: het is niet zo een grote stap. De geluiden in de ene en de andere zaal lijken elkaar aan te vullen: van de heavy metal op de radio bij de vissers gaat het naar de industriële disco in een orgastische scene in de kliniek. Niet oordelen maar kijken (en vooral: niet wegkijken).

External eye

Ze zoeken een oog dat buiten hen staat – dat niet van hen is. Alsof ze dat nodig hebben om in hun onderwerp te kruipen. Ze doen het in Commensal (2017), de installatieversie van hun film Caniba, over Issei Sagawa die in 1981 als student in Parijs een medestudente vermoordde en opat. Opnieuw zitten Paravel en Castaing-Taylor hun onderwerp dicht op de huid. Alsof ze niet de mond filmen van de man die ze doen praten (maar die eigenlijk niet meer kan praten) maar wel langs die mond toegang willen forceren tot zijn hoofd. Het idee om mensenvlees te eten bij die close-ups van huid, haar, puisten, etensresten, speeksel: hoe dichter hoe weerzinwekkender. Altijd opnieuw zo dicht en toch zo ver. En dan opnieuw die klinische blik: de manier waarop hij mangagewijs zijn daden tekent en vertelt. Het lachje bij het commentaar: ongemak, weglachen, afstand nemen.

Het geluid van De Humani Corporis Fabrica in de vorige zaal overstemt bij momenten dat van Commensal. Het klinkt als een lunapark met flipperkasten en muziek. Zo dichtbij en toch zo ver.

De filmmakers dringen altijd dieper in het lichaam en langs daar in de psyche. In Somniloquies (2017) zoeken ze in de intimiteit van de slaapkamer, de dromen, de dromer. Die dromen, dat zijn de opnames van Dion McGregor, de bekendste slaapprater van de jaren zestig. Zijn woorden worden begeleid door filmbeelden als bewegende schilderijen. Wat we zien zijn zwevende lichamen als bewegende vlakken, vlekken van licht, donker, kleuren. De beelden zijn vaag, altijd onscherp: beelden als een Rorschachtest die dwingen jezelf bloot te geven door te kijken. Wat zie je? Zeg het! Toon jezelf.

En ook hier die klinische visioenen in de verhalen van de dromer: ‘trek een lijn in gedachten van je hoofd naar je kruis … neem het scheermes … snij van boven tot onder … ga naar de lever … de nier … stop het in de pot … vivisection … that body is me … tell me what you’ve learned … have you learned anything?

Het kwade oog

Dat oog van Paravel en Castaing-Taylor, dat is een kwaad oog, een zwervend oog, een oog dat je niet met rust laat. Op het moment dat je denkt alles te hebben begrepen – je staat al buiten de tentoonstelling, met zicht op het restaurant van Eye en de boten die passeren op het IJ – op dát moment, wanneer je denkt dat Paravel en Castaing-Taylor alleen maar willen kijken, tonen, begrijpen misschien, maar zeker niet oordelen, komt er nog een laatste scherm met daarop een film getiteld Ah humanity! (2015). Je herkent de woorden uit Bartleby, dat andere verhaal van Herman Melville. De verzuchting van de man die er liever niet bijhoort – de man die doorheen de novelle afstand blijft nemen met de legendarische woorden ‘I would prefer not to’ – staat helemaal aan het einde van het boek. Paravel en Castaing-Taylor maken de beelden voor deze video in en rond Fukushima, vier jaar na de kernramp van 2011. Ze filmen met een iPhone door een telescoop: dichterbij komen door afstand te nemen. Opnieuw die half realistische, half mysterieuze beelden die je in en uit het werk zuigen. En opnieuw een reproductie van de filmervaring: ze tonen de video op een grote flatscreen met zicht op de mensheid in en rond het museum – een ander formaat, een andere context.

Hier wordt de werkwijze van Paravel en Castaing-Taylor echt duidelijk: ze doen dingen, experimenteren met camera’s en displays, zonder te weten wat ze doen. Die GoPro-camera’s op en rond de boot, die speciaal voor de film gemaakte camera’s, niet groter dan een lipstick, in de kliniek, of hier: die iPhone voor de telescoop – het zijn telkens nieuwe experimenten die hun waarde pas laten zien als de film af is. Of als de tentoonstelling klaar is. Daarin tonen de antropologen zich als ware mediakunstenaars, die openstaan voor nieuwe manieren van kijken én van tonen. Ze zoeken elke keer weer een nieuwe set ogen om een realiteit te brengen zoals zij of hun publiek ze nooit voorheen zagen. Geestverruimend. En net als Bartleby zijn ze zich van geen kwaad bewust. Ontluisterend.

  • Verena Paravel & Lucien Castaing-Taylor. Cosmic Realism. Tot 20 mei in Eye Filmmuseum, Amsterdam. eyefilm.nl/CosmicRealism