pieter van bogaert
pieter@amarona.be
Eigen tijd (uit de tijd)
The untroubled mind van Manon de Boer
voor HART, 2021
“We also had a corner that was screened-off, where you could go for a while if you didn’t know what you wanted to do. It wasn’t a punishment but a way of getting yourself together. I remember it as a place where I could daydream for a while. It was full of colourful cushions, a place to rest and to get back in touch with your own desires and curiosity.”
Manon de Boer, Trails and Traces (2016)
Een plek om tot rust te komen en opnieuw voeling te krijgen met je eigen verlangens en nieuwsgierigheid.
Zo schrijft Manon de Boer over dat hoekje in haar kindertijd op de Montesori school. Het is iets, kan je gerust zeggen, dat haar altijd zal bezighouden in haar latere kunstenaarspraktijk. Ga terug naar haar allereerste portretten, van Laurien en Robert, in 1996. Haar Super8-camera focust op de gezichten, tweeëneenhalve minuut lang, de duur van een filmspoel. De personen die ze filmt ogen afwezig. De actie speelt zich ergens anders af. Buitenbeeld. Wat we zien is de combinatie van rust en concentratie op hun gezichten – in zichzelf gekeerde tijd. Die rust en die tijd worden nog manifester als Manon de Boer terugkeert om Robert te filmen in 2007 en Laurien in 2001, 2007 en 2015. Altijd dezelfde persoon, altijd hetzelfde kader, altijd dezelfde duur en altijd dezelfde ingetogen rust.
Deze portretten gaan over personen (wat je ziet), maar meer nog over hun omgeving (wat je niet ziet) en over tijd (wat ertussen zit). Die omgeving en de tijd is nog altijd haar onderwerp in An Experiment in Leisure (2016-2019). In die film praten vrienden, kennissen, collega’s over de goede omstandigheden voor leven en werk. De film opent met een beeld van de zee in Noorwegen: een geweldige open ruimte om voluit je verlangens en nieuwsgierigheid de vrije loop te laten. Ze filmt de zee en neemt de tijd. Lange shots, waarin weinig meer beweegt dan de wolken en de vogels, doen (eerst) een beroep op het geduld en (daarna) het gemak van de kijker. Ik schuif wat op mijn stoel in de stilte van de zaal om me na een tijdje over te geven aan de rijkdom en de rust van het beeld. Ook verder in de film toont ze, alvorens terug te keren naar de Noorse zee, enkel ruimtes zonder mensen terwijl verschillende stemmen reflecteren over noties als rêverie (of: de nood aan bescherming om te dagdromen) of herhaling (als voorwaarde voor verandering, variatie, ervaring). Die noties haalt ze bij de Britse psychoanalytica Marion Milner (1900-1998). De film is genoemd naar Milners boek: An Experiment in Leisure (1937). Maar het werk waarover ik het hier wil hebben is The Untroubled Mind (2013-2016). En dat is genoemd naar een tekst van de Amerikaanse schilderes Agnes Martin.
“My son Julius has been building things with objects around him since he was about two years old. He comes up with these constructions when he’s playing on his own – often immediately after a moment of not knowing what to do. I love it when I come across them in the house. They show me something of his mental world and how he experiences space, and they also reveal what Agnes Martin calls ‘an untroubled mind’.”
Manon de Boer, Trails and Traces
Geluk schuilt in een klein hoekje, een klein gebaar, een verloren moment. Dat begrijp ik uit die films die Manon de Boer ooit haar “werkjes” noemde. Ze noemde het zo omdat die filmpjes ontstaan tussendoor, zonder druk, zonder dwang. Ze maakt ze zonder goed te weten wat er gaat gebeuren en het is pas als ze af zijn dat ze beslist om het wel of niet te tonen. Dat weet ik omdat ze het me vertelde. Dat, denk ik, kan je geluk noemen: de vrijheid van de eigen tijd. Een stap uit de tijd. Maar het geluk zit natuurlijk ook in het onderwerp. In The Untroubled Mind – dat is één van die “werkjes” – filmt ze sculpturen van haar zoon, Julius, die ze vindt in haar huis. Daarnaar kijken maakt mij instant gelukkig. Dat is – dat heb ik haar verteld – geen schoonheid om bij te huilen, maar schoonheid om bij te lachen. Dat, denk ik, kan je ook ontroering noemen.
Ik voel een grote verbondenheid met die sculpturen van Julius: ik begrijp het allemaal. De onbezorgdheid, het zoeken, de inspiratie, de materialen, de geborgenheid van het moment. Het neemt me mee naar de tijd toen ik zelf zo een jongetje was en boerderijtjes van sigarenkistjeshout in elkaar timmerde in de kelder waar ons ma de was plooit. Daar ben ik als ik daarnaar kijk. Ik voel een band met Julius. Ik voel de verbondenheid, de geborgenheid, de vrijheid tussen de moeder en haar zoon. Ik voel de intimiteit in het filmen en het delen van Julius’ – en Manons – werk. Geluk is wat je op je gemak zet en al de rest doet vergeten.
Manon de Boer werkt met tijd. Altijd weer. De eigen tijd. De momenten die je doorbrengt in en uit de tijd. Daarin schuilt ook de kracht van die sculpturen van Julius: in de breekbaarheid, in de kneedbaarheid. Ze zijn, met andere woorden, altijd tijdelijk. Deze sculpturen tonen het moment vlak voor of vlak na iets verandert in iets anders. Dat maakt zijn sculpturen zo spannend. Ze ontstaan in de marge, van de tijd en van de ruimte. Een vork en een lepel maken een brugje na de maaltijd. Een stapel muntjes wordt een zuil achter een stoelpoot. Vier veren draaien processiegewijs de kamer in.
Manon filmt de sculpturen als Julius alweer verdwenen is. Ze volgt zijn spoor. Hier filmt ze met een Bolex 16mm-camera waarvan je de veer voor elke opname moet opwinden. Daardoor duren de opnames nooit langer dan twintig seconden. Snapshots, als foto’s waarin nauwelijks iets beweegt. Ze gebruikt een camera voor amateurs. Ze filmt voor haar plezier. Zonder te weten wat het resultaat zal zijn. Daar vinden de filmer en de beeldhouwer elkaar.
De referentie in haar titel naar Agnes Martin is niet zo ver gezocht. Martin heeft het in haar tekst over het onbezorgde kind. Dat is hoe Martin een leven lang zal werken: tijd nemen voor en wachten op inspiratie. Maar er is nog iets anders wat Martin verbindt met Julius. Martin maakte veel tijdelijk werk. Dat komt doordat ze verschillende versies maakte waarvan ze enkel het beste bewaarde. De rest werd onverbiddelijk vernietigd. Ik las een verhaal waarin ze reeds verkocht werk terugkoopt, gewoon om het te vernietigen. Zo obsessief is ze. Julius gaat nog een stap verder, zoals enkel een kind dat kan. Ook hij breekt zijn werk af. Al zijn werk: het tijdelijke is van in het begin deel van alles wat hij maakt. Martin en Julius delen het destructieve karakter, zoals in dit citaat van Walter Benjamin:
“Het destructieve karakter is jong en monter want vernietigen maakt jong, omdat het de sporen van onze eigen leeftijd uit de weg ruimt, het montert op, omdat elk wegruimen voor de vernietiger een volmaakte vereenvoudiging van zijn eigen situatie betekent, ja die tot aan haar wortels blootlegt.”
Walter Benjamin, Het destructieve karakter in Frankfurter Zeitung, November 1931(vertaald in Denkbeelden, Vantilt, 2017)
Julius was een jaar of vijf toen hij die sculpturen maakte. Manon een jaar of vijftig bij het filmen ervan. Agnes Martin zal tweeënnegentig worden. Marion Milner achtennegentig.
Er is nog een ander “werkje” met een directe link naar Agnes Martin: Maud Capturing the Light ‘On a Clear Day’ (2015). In die film toont Manon de Boer opnieuw een private ruimte, privaat werk, een private handeling. Ze vraagt aan haar vriendin, Maud, om te filmen met de camera die Manon zelf opstelt voor een werk van Agnes Martin bij Maud thuis. Maud filmt telkens ze het licht bijzonder vindt. De camera blijft altijd op dezelfde plaats. Manon laat haar filmen als een amateur, met dezelfde Bolex en met een diafragma dat nooit verandert, waardoor het beeld soms over- of onderbelicht raakt.
Manon de Boer toont haar “werkjes” als 16mm-projectie in een lus of als video. Het beeld is zelden groter dan een doorsneemonitor. De betrokkenheid voor de “werkjes” zit in de private blik. Ik voel het in de afstand tussen de camera en het onderwerp. Die van Manon als filmmaakster en die van haar publiek als kijker: je moet dichterbij komen om het goed te zien. Het zit in het formaat waarop ze die filmpjes toont: de dingen in haar geprojecteerde beeld zijn zelden groter – of kleiner – dan in werkelijkheid. Het zit in de ervaring die ze het werk doet beleven; zij doet het werk leven. Daar ontstaat de appreciatie: in het meeleven met het werk.
Ik volg haar spoor. Ik laat me meenemen door haar selectie. Bij Maud, ook dat heeft ze me verteld, installeert ze de camera voor één van de twee prints van Agnes Martin in haar hal. Haar film toont het werk, maar meer nog de ervaring ervan. Het toont de relatie van de eigenares met het werk. Het toont het licht dat erop valt, de reflectie, de aanwezigheid van de vrouw die kijkt. Ze werkt met de materie van het werk, met het toeval van het moment (en dat toeval, dat is natuurlijk wat we ook geluk noemen). Ze selecteert en doet selecteren.
“I still regard those aimless moments – when you can let your mind wander, forget about time and empty your head for a while – as an essential part of the creative process. Not only as an artist, but within every process in which a thought is developed and space and time are needed to associate freely and make connections”
Manon de Boer, Trails and Traces
Eigenlijk, dat wordt altijd duidelijker, stelt Manon de Boer in elk nieuw werk de vraag van het begin. Waar begint kunst? Wanneer is iets kunst en wanneer (nog) niet? Waar ontstaat kunst? Hoe begin je aan zoiets? Wat zijn de goede omstandigheden? Kan je dat organiseren? Of moet je het nemen zoals het komt? Altijd meer denkt ze na over de organisatie van het toeval. En altijd meer wint de factor geluk daarin aan belang.
In haar recentste werken – de trilogie From Nothing to Something to Something else (2018/19) – filmt ze improviserende jongeren en sinds enkele maanden improviseert ze zelf met de Franse choreografe Latifa Laâbissi. Hun performance, Ghost Party (part 1), had eind vorig jaar in première moeten gaan in het kader van Risquons-Tout in Wiels. Maar de omstandigheden beslisten daar anders over en dwongen hen de performance uit te stellen. Niets of niemand ontsnapt aan de tijd.
Fort Beau, maart 2021
De citaten van Manon de Boer komen uit Trails and Traces, het boek bij haar tentoonstelling Giving Time to Time, in Secession, Wenen, 2016