hun blauwe boeken

pieter van bogaert

pieter@amarona.be

Hun Blauwe Boeken

voor Fort Beau, 2024

continue in English

Een geliefde schenkt hen een Swatch. Dat was nog in de mode toen. Dat lief heeft er verschillende in verschillende kleuren voor verschillende outfits. Ze krijgen de blauwe omdat hun geliefde die best bij hen vindt passen. Een volgend lief geeft hen een blauw topje, geïnspireerd door het blauwe horloge van de vorige. En van nog een andere geliefde krijgen ze een tattoo, een armband van blauwe dolfijntjes, omdat dat lief dacht dat het hun lievelingskleur was. Ze dragen de kleur van de liefde.

Vandaag zitten ze naast een stapel blauwe boeken. Die boeken komen tot hen sinds dat moment op het strand, dat moment waarop hun gedachten afdwalen naar de laatste film van Derek Jarman, naar Blue. Ze halen een boek van Maggie Nelson uit de stapel. The Argonauts is genoemd naar Roland Barthes die schrijft over de liefde als over het schip van de Argonauten: altijd in vernieuwing, een verjonging die duurt zolang de liefde duurt, zonder ooit van naam te veranderen. In Bluets, het andere boek van Maggie Nelson in dezelfde stapel, schrijft ze over haar liefde (vernieuwing, verjonging) voor de kleur blauw: altijd anders, altijd nieuw.

Één boek in de verzameling komt tot hen in een tijd voor dat moment op het strand: The Logic of The Lure van John Paul Ricco. Het komt op een moment van herbronning, een moment van gewild verlies, met de ambitie een onzichtbaar werk te realiseren dat verschijnt en verdwijnt tussen de plooien van de gebeurtenissen. Ricco schrijft over kunst als een handeling, die aanwezig is en toch opgaat in de omgeving. Hij schrijft over kunst die verleidt. Over de verlokking van een klein gebaar. Het vluchtige, het erotische van een ontmoeting. Queer aesthetics noemt Ricco dat. Hij schrijft ook over Jarmans Blue, niet als een film, maar wel als een stuk architectuur – een film die omgeving wordt.

Ja, misschien begint het daar – bij beelden om in verloren te lopen, beelden die verloren lopen. Bij beelden van verlies. In A Field Guide to Getting Lost scheidt Rebecca Solnit elk nieuw hoofdstuk van het vorige door een stuk dat heet The Blue of Distance. Altijd opnieuw, doorheen heel het boek. Ze parafraseert Benjamin: to be lost is to be fully present and to be fully present is to be capable of being in uncertainty and mystery. Het gaat er niet om verloren te zijn, maar wel om jezelf te verliezen, over wat boeddhisten een staat van onzijn noemen.

The blue of distance, dat is het diepste blauw, het blauw aan de horizon. Het is het licht dat niet tot bij jou komt, dat niet de hele weg aflegt tot waar je bent. Het is de kleur van waar je niet bent, de kleur van het verlangen naar de verte waar je nooit raakt. Dat is de kleur van Fort Beau, denken ze, van de hemel op aarde. Het brengt hen terug bij hun bezoek aan de Arena kapel in Padua om er de gerestaureerde (vernieuwde, verjongde) fresco’s van Giotto te zien waarover T.J. Clark schrijft in Heaven on Earth en die ook terugkeren in het boek van Solnit. De afstand tussen je zelf en het object van verlangen vult zich met het blauw van dat verlangen (The Distance Between Us is de titel van een ander boek dat ze lezen van John Paul Ricco).

Solnit schrijft over de cyanotypie, een negentiende-eeuwse techniek waarbij men objecten op lichtgevoelig papier legt in de zon. Ze beschrijft het als vanishing prints – verdwijnende afdrukken – maar eigenlijk zijn het verschijnende afdrukken. Dat leren ze later uit een boek van Carol Maver, Blue Mythologies, waarin de auteur zelf verwijst naar het boek van Solnit. Bij haar wordt de cyanotypie eenentwintigste-eeuws kinderspel waarbij objecten op lichtgevoelig papier in de zon worden gelegd om dan te kijken hoe het blauw verdwijnt en verschijnt bij het ontwikkelen.

Het gaat om contact, om nabijheid. Solnit: There is no distance in childhood. (…) Whatever is absent is impossible, irretrievable, unreachable. (…) The blue of distance comes with time, with the discovery of melancholy, of loss, the texture of longing, of the complexity of the terrain we traverse, and with the years of travel.

Ze kopen het boek van Solnit op een verloren moment in een kiosk in St Pancras Station, wachtend op de trein die hen weer naar het vasteland zal brengen. In Londen, de stad van Jarman. Solnit schrijft over de stad als ze het heeft over de vroege jaren tachtig, de gouden tijd van de ruïnes, de hoogdagen van de punk, over de eindtijd waarin betere middenklassers wegtrekken uit geruïneerde binnensteden. De vroege jaren tachtig, toen zij, tieners, net als Solnit, naar de stad trekken om er te gaan wonen op een zolderkamer, no less. De vroege jaren tachtig, de jaren van verlies en van nooit ingevuld potentieel. Vandaag zijn ze zelf zo een middenklasser die op het punt staat de stad te verlaten op zoek naar rust, naar afstand, the distance of blue. Oningevuld verlangen.

Die blauwe boeken, ze gaan allemaal over het einde, over het moment waarop iets verandert in iets anders. In Living in the end Times trekt Slavoj Zizek het begin van het einde van die jaren tachtig door naar het einde van dat begin vandaag. In On the Museum’s Ruins schrijft Douglas Crimp hoe kunstwerken veranderen in verschillende contexten, zoals de liefde en de boot van de Argonauten bij Barthes en Nelson (John Paul Ricco schrijft ook over dat boek en over de foto’s in de slaapkamer van Crimp waar die een andere betekenis krijgen dan in het leslokaal). In Blue Nights schrijft Joan Didion over het verlies van haar dochter Quintana Roo.

Het grootste en misschien ook het mooiste boek in de verzameling, hun piece de résistance,is het boek dat Julie Ault samenstelde over Félix Gonzalez-Torres, waarin elk werk van de overleden kunstenaar in het teken staat van het verlies (van Ross), van het uitvegen (van de identiteit), van de tijd (de afstand tot het verlangen). De getatoeëerde blauwe dolfijntjes op hun arm zijn een ontwerp van Félix Gonzalez-Torres

Het vreemde is dat van alle boeken van en over Jarman, de andere verzameling die sindsdien rond hen groeit, er maar één is met een blauwe kaft: de beknopte maar degelijke introductie van Michael Charlesworth, in de reeks Critical Lives.

Ze twijfelen om nog drie boeken van Rosi Braidotti toe te voegen aan de collectie. Haar Metamorphoses. Towards a Materialist Theory of Becoming is ontegensprekelijk blauw. Het gaat over veranderen (vernieuwen, verjongen). Haar Transpositions heeft een grijsblauwe schijn, gebroken door het bruin van de trap op de foto van de cover. Het gaat over leven in de overgang: ‘I’ is transient. De vrouw in de positie van Da Vinci’s Vitruviusman op de cover van haar The Posthuman is onmiskenbaar blauw, omringd door het groene veld met de genetische code van haar DNA. Het zijn drie (min of meer) blauwe boeken over veranderen, overgangen, voortleven in de tijd.

Hun Blauwe Boeken
is een fragment van Fort Beau – verhalen van beginnen en eindes dat in oktober 2024verschijnt bij KAAP, Brugge/Oostende

geblauwdrukt door Maaike & Fairuz, Garage64
voor Fort Beau, het L’Âge d’or programma van Cinematek Brussel, 25 en 26 mei 2024