Rock My Religion

pieter van bogaert

pieter@amarona.be

Kinderen van de rekening

Dan Grahams Rock My Religion, veertig jaar later

in HART, 2021

Op 13 januari 2021 viert de Zweedse klimaatactiviste Greta Thunberg haar achttiende verjaardag. Op dat moment is de pasionaria van de klimaatbeweging wereldberoemd door haar schoolstaking voor het klimaat, en is ze in haar eentje verantwoordelijk voor een nieuwe categorie wereldburgers: die van de klimaatjongeren die wereldwijd de school uit- en de straat optrekken voor de toekomst. Een drietal weken en veertig jaar eerder word ik zelf achttien. Op dat moment heb ik als onverbeterlijke dropout de school verlaten, werk sinds een tiental dagen als gewetensbezwaarde op mijn eerste job en loop ik al enkele jaren mee in betogingen tegen kernraketten en -energie.

Zoekend naar wat mijn adolescentenjaren verbindt met die van Greta kom ik bij Rock My Religion, de video waaraan Dan Graham werkt tussen 1980 en 1984. Hier is mijn subjectieve lezing van deze subjectieve video, veertig jaar na datum.

“And sometimes NOT doing things – like just sitting down outside parliament – speaks much louder than doing things.”

Greta Thunberg, Facebook, 2 februari 2019

Dan Graham wordt achttien in 1960. Hij wil zo snel mogelijk de school verlaten, maar doet het niet eer hij zijn middelbare studies voltooit. Net als voor Greta (en mezelf) leidt een sociale depressie Graham tot verzet tegen een verstikkend schoolsysteem.

Wat Greta wel of niet zal doen binnen vijf jaar, dat moet de toekomst uitwijzen. (En als het u kan geruststellen: vijf jaar na mijn achttiende verjaardag werk ik nog altijd bij dezelfde organisatie van mijn burgerdienst en maak ik me klaar om toch nog een diploma te halen via de examencommissie en langs daar de weg te vinden naar de universiteit.) Graham, van zijn kant, start vijf jaar na zijn achttiende verjaardag met een eigen galerij in New York. Hij toont er werk van Sol LeWitt, Robert Smithson, Dan Flavin en Donald Judd. Nog geen jaar later sluit de galerij waar amper wordt verkocht, maar veel wordt gepraat over Franse romans van Michel Butor (favoriet van LeWitt), Alain Robbe-Grillet (van Judd) en teksten van Sartre en Roland Barthes (gelezen door Graham zelf).

De galerij mag al mislukken als onderneming, maar het betekent wel een belangrijke stap in Grahams loopbaan als schrijvend kunstenaar. Eerst uit noodzaak: pen en papier zijn goedkope materialen. Als criticus schrijft hij over kunst als populaire cultuur en over popcultuur als kunst. Schrijven opent het pad naar de architectuur. Hij schrijft scenario’s voor performances. En beïnvloed door Franse filmmakers als Chris Marker of Jean-Luc Godard maakt hij video’s als essays. Rode draad in al die teksten-als-kunstwerken is zijn interesse in de naoorlogse massacultuur als consumptiecultuur. Dat maakt van Rock My Religion een sleutelwerk in zijn oeuvre.

“We’ve come here to let you know that change is coming whether you like it or not.”

Greta Thunberg, UN Climate Change Conference, Katowice, 15 december 2018

Rock My Religion gaat over leeftijd en langs daar over generaties en langs daar over verandering. De video vertelt een persoonlijk verhaal. Grahams subjectieve geschiedenis gaat terug tot de jaren vijftig van de vorige eeuw: zijn adolescentenjaren. Het is in die tijd dat ondernemers een nieuwe doelgroep ontdekken, een economische klasse die Marx niet had voorzien: die van de teenager, wiens taak het niet langer is te produceren, maar wel te consumeren.

Rock My Religion is de video van een amateur, van een liefhebber, een fan van punkrock uit de jaren zeventig en tachtig en van de bijhorende doe-het-zelf-esthetiek: groepen als Black Flag, Minor Threat en Sonic Youth spelen een belangrijke rol op de achtergrond zonder dat Graham ze ooit bij naam zal noemen. De video begint met een door hemzelf gefilmd concert. Graham staat vlak voor het podium, in de moshpit waar wild dansende fans een even wilde Henry Rollins – zanger van Black Flag – stevig op de borst kloppen en met hem het podium opklimmen. Er is geen geluid. Al de energie zit in het beeld van de dansende fans. Dan Graham zit er middenin. Alles draait om nabijheid.

Ook de religie in de titel van deze video past in dezelfde tijd van verandering. Het zit in de trance – de andere werkelijkheid – van de muziek, van de dans en de gemeenschap: jezelf verliezen in wat je niet begrijpt. Van de intensiteit van Henry Rollins en Black Flag in de jaren zeventig en tachtig van de twintigste eeuw maakt Graham een sprong van tweehonderd jaar naar de realiteit van de jaren zeventig en tachtig van de achttiende eeuw waarin Ann Lee de religie van de Shakers introduceert in de VS. Daar liggen voor Graham de wortels van de rockmuziek. Haar realiteit begint bij het ritmische geluid van de machines in de katoenfabriek in Manchester waar ze sinds haar veertiende gaat werken. In 1774 vertrekt ze naar Amerika, haar maagdelijke tuin van Eden, als leidster van haar religieuze gemeenschap. De naam van de Shakers (ook: Shaking Quakers; of ook: United Society of Believers of Christ’s Second Appearing) komt van het schuddend reciteren van fragmenten uit de bijbel tijdens de rituele Circle Dance die de gelovigen elke zondag verenigt. Het schudden leidt tot de trance die de dansers, mannen en vrouwen gescheiden in concentrische cirkels, dichter bij God brengen. 

Rock My Religion is Grahams feministische video. Hij noemt het zelf zo in een gesprek met Sabine Breitwieser op de website van het MoMA. De scheiding van mannen en vrouwen bij de Shakers – in de cirkeldans, in de woonvertrekken, in de bijeenkomsten – komt er door Ann Lee’s streven naar absolute gelijkheid tussen de seksen. Voor Ann Lee is het heteroseksuele huwelijk het resultaat van de zonde van Adam in het aards paradijs. Ann Lee maakt van de Shakers een utopische commune, gebaseerd op seksuele onthouding, gelijkheid van mannen en vrouwen en een economie met gemeenschappelijk eigendom.

Maar de vrouw waar alles rond draait in Rock My Religion is Patti Smith, die net als Ann Lee op haar veertiende gaat werken in de fabriek (een speelgoedfabriek in haar geval – ze vertelt haar verhaal in een vroege song, Piss Factory, ook in deze video) en later als performer in New York zoekt naar een herijking van de ondergeschikte positie van vrouwen in de rockmuziek. De verandering zit in haar opeenvolgende verschijningen als lesbisch, als androgyn, als martelares, als priesteres en – net als Ann Lee – als Godin. Ze laat zich in haar muziek inspireren door de Circle Dance van de Shakers, maar ook door de dansende derwisjen in Marokko en de Ghost Dance waarmee Sioux indianen de buffels weer op en de blanken van hun land willen krijgen. In de aanvaarding van geweld in haar muziek ziet Graham een eerste manifestatie van punkrock.

“It’s time to rebel.”

Greta Thunberg, Declaration of Rebellion, Extinction Rebellion, Parliament Square, London, 31 oktober 2018

Geweld, woede, rebellie: het is eigen aan punkrock. Het was al deel van de nieuwe jongerencultuur waarmee Graham opgroeit in zijn jaren vijftig: van James Dean in Rebel Without a Cause, de film van Nicholas Ray, tot de suggestieve heupbewegingen waarmee Jerry Lee Lewis de goegemeente shockeert. Shake, baby shake. Film- en muziekproducenten slaan in de jaren vijftig geld uit de rebellie tegen de protestantse werkmoraal in de naoorlogse wederopbouw. Die werkethiek produceerde de atoombom en moet daarom – volgens de jongeren, hun doelpubliek – verdwijnen. Progressieve muzikanten in de jaren zestig zullen zich verzetten tegen de commerciële platenmaatschappijen. Punkrockers zullen zich vanaf de jaren zeventig afzetten tegen de hippies die in het vorige decennium protesteren tegen de oorlog in Vietnam. Dat hoopvol idealisme moet plaats ruimen voor uitzichtloos nihilisme.

Als Rock My Religion een video is over generaties, dan is het onvermijdelijk ook een werk over de toekomst. In zijn engagement is dit ook een video over volgende generaties. Want ook vandaag verzet Greta Thunberg zich tegen de vorige generaties. Haar verhaal begint waar Rock My Religion eindigt. Dat wordt helemaal duidelijk bij de lectuur van het aangrijpende Lettre à Greta Thunberg waarin de Brusselse filosoof Laurent de Sutter verwijst naar een tekst van de Franse filosoof Alain Badiou. In Le siècle schrijft Badiou over de twintigste eeuw, getekend door haar “passion du réel”: haar passie voor de werkelijkheid. Als de negentiende eeuw die is van de verbeelding, dan is de twintigste die van de realisatie van die verbeelding.

Die nieuwe realiteit heeft een naam: fordisme. Het staat niet in de brief van de Sutter, maar ik zeg het er graag bij omdat de auto, waarvan de term fordisme is afgeleid, een belangrijke bijrol speelt in Rock My Religion als één van de media (de andere zijn radio en tv) die jongeren in de Amerikaanse suburbs met elkaar verbindt. Henry Ford, de autofabrikant, zorgt er niet alleen voor dat elk gezin zich een auto kan permitteren, maar ook dat die auto’s geproduceerd worden in een geautomatiseerde fabriek die de arbeid lichter maakt en de werktijd korter, waardoor tijd vrijkomt voor ontspanning. Het is in die ruimte voor ontspanning dat na de oorlog, in de jaren vijftig, de teenager op het toneel verschijnt als consument en Rock ‘n’ Roll als eerste volledig commerciële en consumentgerichte muziekvorm. Daar ontstaat de nieuwe religie van het nu: “Rock ‘n’ Roll meant to have sex, NOW”.

“I want you to panic.”

Greta Thunberg, World Economic Forum, Davos, 25 januari, 2019

Als de auto in Rock My Religion nog een voetnoot is, staat hij vandaag zowat symbool voor alles wat misloopt in een losgeslagen kapitalistische maatschappij. Dat is wat de Sutter aanvult voor Badiou: de eenentwintigste eeuw van Greta, is de eeuw die de rekening gepresenteerd krijgt voor de realiteit, de massaproductie en -consumptie, van de twintigste eeuw. Van de No Future van de punk (die tegelijk ook betekende No Past: wat telt is het nu) komen we zo uit bij het You stole our future van Greta. Haar toekomst is niet verdwenen, maar wel gestolen. Ze is geprivatiseerd tot een nostalgisch terugkijken op wat ooit mogelijk was. En het is opnieuw in de muziek dat zich dat laat voelen, met platenfirma’s die geld slaan uit de revival van vinyl en uit muzikanten als Amy Winehouse of Adele die hun gloednieuwe covers authentieker doen klinken dan het oude origineel.

Rock My Religion maakt de analyse van een uit de hand lopend tijdperk en ziet dat zij die protesteren tegen de uitwassen van de tijd er tegelijk ook het product van zijn. Er is geen buiten. Iedereen is deel van het probleem. Ook de rebellen. Grahams video komt er op het moment dat de zaken echt ontsporen en kapitalisme gezien wordt als enig mogelijke realiteit om vooruit te gaan: “There Is No Alternative”. De aanvaarding van die ontsporing, een aanvaarding dat het einde achter ons ligt, keert op twee momenten terug in de video. De eerste keer is het moment waarop Ann Lee tijdens de industriële revolutie van Engeland naar Amerika trekt en er besluit dat de Apocalyps zich heeft voltrokken. Zij ziet zichzelf vanaf dan als de vrouwelijke belichaming van God op aarde. Wat telt is het hier en nu: het nieuwe leven in haar Amerikaanse tuin van Eden.

Het tweede moment is wanneer Patti Smith in een gelijkaardige openbaring tot dezelfde conclusie komt en zichzelf ziet als Godin. Alleen zal zij zich snel bedenken. De dood van jonge rockidolen als Jimi Hendrix en Jim Morrison doet haar twijfelen aan haar geloof in haar muziek. Daar krijgt haar generatie de rekening gepresenteerd. Patti Smith wordt de Maria Magdalena van de rock, rouwend om haar jonggestorven idolen.

“And I want you to act.”

Greta Thunberg, World Economic Forum, Davos, 25 januari, 2019

Het aantrekkelijke aan Greta’s verhaal is de duidelijkheid, ook al begrijpt ze (zoals het grootste deel van de wereldbevolking) niet helemaal wat er gebeurt. Haar verhaal is eenduidig: er is een probleem, dat heet global warming en daar moet dringend iets aan gedaan worden. Het zijn echter niet tieners als zij die dat gaan oplossen, maar wel wetenschappers, politici en ondernemers die de problemen moeten analyseren, acties bedenken en die ook uitvoeren. Greta is geen wetenschapper. Ze is geen professional, net als de maker van deze video: een autodidact die er met moeite in slaagde zijn middelbare studies te voltooien.

Niet voor niets klasseert men dit werk vandaag onder “audiovisueel essay”. In een gesprek over de Otolith Group zegt Kodwo Eshun daarover het volgende: “To essay means to attempt something. There is a sense in which incompletion can be more productive than conclusion.” Hij noemt het essay “the aesthetic of articulating disjunctive connections between unrelated moments”. Dezelfde Kodwo Eshun die audiovisuele essays maakt met de Otolith Group schreef ook een boek over Rock My Religion – en als u zoekt naar een close reading van de video is dat het boek dat u nodig hebt.

Het mag vreemd lijken dat net Eshun, die zichzelf op de kaart zet als auteur van een standaardwerk over afrofuturisme, een boek schrijft over een werk waarin de toekomst helemaal zoek is. Nog vreemder dat een specialist in zwarte muziek, van de spacejazz van Sun Ra tot de Detroittechno van Derrick May, een studie wijdt aan een video waarin de belangrijke zwarte invloeden op de rockmuziek, op een enkele verwijzing naar Jimi Hendrix na, quasi onbestaande is. De reden voor zijn interesse moeten we zoeken in het genre van het audiovisueel essay waarin Graham pioniert in de voetsporen van een filmmaker als Chris Marker die ook voor Eshun en de Otolith Group nog altijd een grote rol speelt.

Rock My Religion is een essay: een video én een boek. In het boek met dezelfde titel staat de commentaar van de video centraal, tussen andere teksten over performance, muziek en architectuur. Het geeft een meer definitieve vorm aan het werk, een ander ritme. Maar vergis u niet. Want van Grahams geschreven commentaar bestaan, net als van de video trouwens, verschillende versies, gepubliceerd in verschillende media. Dat sluit aan bij het onafgewerkte waarover Eshun spreekt in relatie tot het essay.

In zijn close reading van Rock My Religion wijst Eshun herhaaldelijk op het amateuristische, onprofessionele karakter van de video. Het zit in de beeldkwaliteit die te wensen overlaat. Het zit in het geluid van de commentaarstem die voortdurend wisselt van kleur en volume. Het zit in de verschillende vormen van geschreven en gesproken commentaar die elkaar overlappen en tegenwerken. En het zit in de verschillende versies van de video die tonen dat Graham moeilijk een punt kan zetten achter zijn werk. Het resultaat is een passioneel werk van een geëngageerde en engagerende buitenstaander. Dat herhaalt zich opnieuw in Greta’s verhaal. We kijken allemaal vanop de zijlijn naar de realiteit die ons omringt, ook al zitten we er middenin.

Rock My Religion, de video van Dan Graham, is te bekijken op vimeo: https://vimeo.com/8796242
Rock My Religion, writings and art projects, 1965-1990, het boek van Dan Graham is een uitgave van MIT, 1993, 328p., ISBN 0-262-07147-9
Dan Graham. Rock My Religion, de close reading van Kodwo Eshun is uit bij Afterall Books, 2012, 106p., ISBN 978-1-84638-086-0
Lettre à Greta Thunberg van Laurent de Sutter is een uitgave van Editions du Seuil, 2020, 75p., ISBN 978-02-145828-2
De citaten van Greta Thunberg komen uit: Greta Thunberg. No One is Too Small to Make a Difference, Penguin Books, 2019, 68p., ISBN 978-0-141-99174-0

Fort Beau, juli 2021